Crosne een groente uit het land van de rijzende zon

Zijn vorm heeft wat weg van een Michelin mannetje. Zou dat de reden zijn waarom de Fransen de crosne een warm hart toedragen? Of zijn onze zuiderburen gezwicht voor de zachte en subtiele smaak van deze originele knol?

Crosne wordt ook wel Japanse andoorn genoemd. Die benaming verwijst naar de oorsprong van de witte, spiraalvormige knolletjes. Japanse andoorn komt uit het Verre Oosten. In de achttiende eeuw werd het gewas al geteeld in China en Japan. Het werd pas op het einde van de negentiende eeuw, in het Noord-Franse plaatsje Crosne, voor het eerst aangeplant in Europa. Vandaag wordt de plant nog steeds grootschalig verbouwd in japan en India. Maar ook in Frankrijk wordt hij hier en daar geteeld.

SPECIFIEKE SMAAK
De typische vorm van crosne spreekt tot de verbeelding: het is een knol van drie tot vijf cm lang. De knolletjes behoren tot dezelfde familie als munt en salie. Maar enkel bij crosne zijn het de wortels die eetbaar zijn, en niet de blaadjes. De smaak van de decoratieve groente heeft iets weg van nieuwe aardappelen. Daarom wordt crosne ook wel eens Japanse aardappel genoemd. Sommigen omschrijven de smaak dan weer als een kruising tussen bloemkool, artisjok en schorseneer.

KORTE BEWAARTIJD
Crosnes bevatten vitamine C, vitamine B en ijzer. Ze zijn hoofdzakelijk verkrijgbaar van oktober tot april. De knol droogt snel uit en zijn smaak gaat achteruit onder invloed van licht. Daarom moet crosne op een donkere en koele plek worden bewaard.
In de koelkast kunt u crosnes ongeveer een week bewaren.

Reactie achterlaten